De man, de hoed, de bocht, het gras en de vijver.

Terug


De man, de hoed, de bocht, het gras en de vijver.
 
De man met de hoed nam de bocht te kort. Niks ten nadele van de hoed, alhoewel deze indirect wel de oorzaak van wat volgde kon worden toegeschreven. Het weer liet namelijk geen hoed toe, het was overduidelijk pettenweer. Petten zijn constructief gezien meer stormvast. Een grijpgrage windvlaag maakte gretig gebruik van deze misrekening,  griste de windvanger en rukte hem van zijn warme plek. Weg hoed, weg aandacht. In de hierna volgende consternatie werd de bocht veel te kort genomen. Dat was niet slim, zijn reactievermogen functioneerde door de plotselinge verandering niet naar behoren. De bocht was ruimer dan de ruk aan het stuur kon behappen. Zodat de man, zonder hoofdbedekking, zichzelf lanceerde richting grasveld met belendende visvijver. Het driewielige vehikel dat de korte bocht niet voor zijn rekening wilde nemen besloot zijn rechter achterwiel te lichten waardoor plotseling een vacuüm in de verhouding snelheid, middelpuntvliedende kracht en stabiele ondergrond ontstond. De man, zoals gezegd zonder hoed, stuiterde ongehinderd uit zijn min of meer comfortabele zetel en tipte zeer oncomfortabel richting voornoemde vijver. Zijn niet te zachte landing had het voordeel dat een miezerige neerslag aan het groene tapijt wat extra glijdend vermogen had toegevoegd. Terwijl het driewielig vehikel stuiptrekkend de geest gaf, glibberde de bloothoofdige man gelijk een olympische buikschuiver richting viswater. Hobbelend gleed zijn horizontale  lijf met volumineuze buik ongehinderd door enig weerstandig gras over de rand van de plas, waarbij hij een schokgolf veroorzaakte die negen pulletjes uit het zicht van een wild gakkende moedereend dreef. Dat het water ongeveer 30 centimeter onder het oppervlak overging in smotsig zwarte blubber kon van bovenaf niet worden waargenomen. Het ongelukkige slachtoffer ging in eerste instantie kopje onder, gewoon omdat zijn hoofd als eerste het natte oppervlak bereikte. De rest kwam er, gezien de verbinding tussen de diverse ledematen er in een soepele glijbeweging achteraan. De smotsige zwarte blubber besloot zich te gedragen zoals zwarte blubber doorgaans doet, belette de voortgang, omvatte het blote hoofd en liet deze niet meer los. Zodat in tweede instantie de man kopje onder bleef. Het lijvige lijf van de onfortuinlijke drenkeling hing halverwege grashelling en  visdomijn.
 Het gegeven dat de ongelukkige duikelaar uit een kapseizende driewieler was gekukeld, impliceert dat de hoedloze man fysiek onbekwaam was, en daardoor ook problemen had met opkrabbelen, overeind komen dan wel weer uit het water klauteren. Het is zeer waarschijnlijk dat, mede door de belemmerende aanwezigheid van buitensporige corpulentie de smotsige zwarte prut hem de das om heeft gedaan. Bijkomend nadeel, er waren geen getuigen die in de meeste gevallen te hulp hadden kunnen schieten. Waaruit wij kunnen leren dat je, indien er gebruik wordt gemaakt van een driewielig voertuig, het nemen van een te korte bocht ten zeerste moet worden afgeraden. Zeker als deze in de buurt van hellende vochtige graspartijen die aan het water grenzen wordt voortbewogen. Een gewaarschuwde hoeddragendedriewieligvehikelbestuurder telt voor twee.  Of zet een pet op en koop een vierwieler.



Cornelis van Meurs

Geen opmerkingen:

Een reactie posten